Een meerderheid in de Eerste Kamer wil dat minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken de huren bevriest.
Door de coronacrisis zijn tot nu toe tussen de 12.000 en 48.000 van de in totaal 2,4 miljoen huurders financieel zo in de knel gekomen dat zij hun huur niet kunnen betalen.
De minister pleit voor maatwerk voor mensen die in de problemen zijn gekomen, maar daarmee zijn huurders overgeleverd aan de goede wil van verhuurders, zeggen critici.
Per 1 juli gaan veel huren omhoog in zowel de sociale als vrije sector. Bij sociale huur gelden meer beperkingen dan in de vrije sector.
De SP in de Eerste Kamer heeft een motie van afkeuring ingediend tegen minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken, omdat zij blijft weigeren om de jaarlijkse huurverhoging per 1 juli tijdelijk stop te zetten. De motie zal worden gesteund door een meerderheid van de senaat, kondigde SP-senator Tiny Kox aan.
In een motie van afkeuring wordt het beleid van een bewindspersoon afgekeurd. Kox vraagt in dezelfde motie opnieuw om een bevriezing van de huren in zowel de sociale als de vrije huursector, dan wel maatregelen van vergelijkbare aard.
Door de coronacrisis zijn tot nu toe tussen de 12.000 en 48.000 van de in totaal 2,4 miljoen huurders financieel zo in de knel gekomen dat zij hun huur niet kunnen betalen. Sociale en private verhuurdersorganisaties hebben aangegeven dat 0,5 tot 2 procent van hun huurders zich heeft gemeld voor hulp.
In ruim driekwart van de gevallen heeft de verhuurder inmiddels maatregelen getroffen om deze huurders tegemoet te komen, schreef Ollongren aan de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer blijft het oneens met de minister en heeft haar dinsdag voor de derde keer aan de tand gevoeld hierover. De senaat vindt het maatwerk waartoe Ollongren bij de verhuurders had aangedrongen, niet genoeg.
De senaat wil dat ze de jaarlijkse huurverhoging per 1 juli voor iedereen opschort. Een meerderheid van de senaat, waar de coalitiepartijen in de minderheid zijn, heeft daartoe twee keer een motie aangenomen.
Bij bevriezing lopen verhuurders €400 miljoen mis
Ollongren is tegen de huurbevriezing, omdat de verhuurders dan in totaal meer dan 400 miljoen euro mislopen. Dat geld hebben ze nodig voor nieuwbouw, onderhoud en verduurzaming. Maatwerk biedt volgens haar uitkomst. Ze roept mensen op die in de knel komen, zich te melden.
Afhankelijk van de betalingsproblemen en de omstandigheden van de huurder zijn huurbetalingen uitgesteld of kregen huurders tijdelijk korting op hun huur.
In 5 procent van de gevallen is de huur verlaagd. Ook worden mensen begeleid naar een woning die beter bij hun nieuwe financiële situatie past. Ongeveer 80 procent van de verhuurders is bij de koepelorganisaties aangesloten.
De Woonbond vindt alleen kijken naar huurders die nu de huur niet kunnen betalen "een vrij nauwe blik". "Al voor de coronacrisis waren voor zo'n 800.000 hurende huishoudens de woonlasten zo hoog dat ze met moeite rondkomen. Die bellen niet allemaal op dat ze de huur niet kunnen betalen, omdat eerder bezuinigd wordt op de sportclub, het verwarmen van de woning en de boodschappen. Door de verwachte negatieve inkomensontwikkeling en de stijgende huur komen meer huurders financieel in de knel", aldus Marcel Trip van de bond.
Volgens Trip hebben huurders geen recht op maatwerk: "Ze kunnen zich dus nergens op beroepen en zijn afhankelijk van de verhuurder." De Woonbond pleit ervoor de verhuurdersheffing, de belasting op sociale huur, dit jaar niet te heffen zodat de huren bevroren kunnen worden.
Zo hoog mag de huurverhoging zijn
Hoe hoog de huurverhoging mag zijn hangt af van sociale huur of vrije sector en het huurcontract.
Een vrijesectorwoning is een woning met een kale huur boven de liberalisatiegrens van 737,14 euro in 2020. In de vrije sector kan de huur in principe onbeperkt worden verhoogd, maar meestal wordt de huurverhoging vastgelegd met een indexeringsclausule. Dit houdt in dat de kale huur jaarlijks stijgt met de inflatie volgens een bepaalde prijsindex en mogelijk een opslag. Daarmee ben je enigszins beschermd tegen een extreme huurverhoging.
Bij sociale huur zijn verhuurders gebonden aan maximale huurprijzen en afspraken over huurverhogingen.
De maximale huurprijs wordt bepaald door het puntensysteem dat voor een sociale woning geldt.
De huurverhoging bij sociale huur mag in 2020 maximaal 5,1 tot 6,6 procent bedragen. Bij inkomens tot 43.574 euro mag de huur met 5,1 procent omhoog (2,6% inflatie 2019 + 2,5 procentpunt inkomensafhankelijk).
Voor inkomens boven de 43.574 euro mag de huur met 6,6 procent omhoog (2,6% inflatie 2019 + 4,0 procentpunt inkomensafhankelijk).